Ik heb me voorgenomen om de hele winter te blijven fietsen naar mijn werk, zolang het weer het toelaat. Woensdagmorgen (6 uur) ben ik dus in de mist richting Amsterdam gereden.
Het eerste stuk door de bebouwde kom van Nieuwegein is natuurlijk geen probleem. Het zicht is wel wat minder, maar de snelheid nog niet hoog. Eerst moeten de beenspieren een paar kilometer warmdraaien.
Op de toerit naar de dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal komt de gang erin. Terwijl ik gang maak wordt ik gepasseerd door een brommer en denk ik, dat is mooi daar kan ik achteraan richting Utrecht. Als ik de dijk opdraai is de brommer echter verdwenen. Het is namelijk een dikke brij van mist. Gelukkig staan hier nog lantaarnpalen en kan ik nog wel iets zien. Mijn bril zet ik af, want daar zitten ondertussen honderden waterdruppeltjes op. Het scheelt iets, maar zet niet heel veel zoden aan de dijk.
Tot aan Breukelen wordt ik nog geholpen door verlichting en kan ik de gang er redelijk inhouden. Voorbij Breukelen tot aan Driemond staan echter geen lantaarnpalen en kan ik misschien 30 meter vooruit kijken. Bang als ik ben om een ninja (vaktaal voor een fietser zonder licht) tegen te komen doe ik het noodgedwongen de rest van de rit maar rustiger aan.
Pas wanneer ik bij Driemond de Gaasp ga volgen richting Diemen/Duivendrecht wordt het zicht weer wat beter. Op een rit van normaal 65 minuten verloor ik door de mist nu een kwartier.
Op de terugweg was er van mist geen sprake meer, maar scheen de zon uitbundig. Bij Utrecht kwam ik nog langs de plek waar ’s ochtends twee kleine kinderen waren verdronken. De “parkeerplaats” aan de overkant van het kanaal was afgezet met rood – wit lint. Als je dat ziet krijg je toch wel even kippenvel.
Ik heb het gevoel dat onze routes kruisen/samenvallen. Ik rijd vaak Weesp-Driemond-Zuid-Oost-Gein of AMC om een uur of 6.30, 's avonds 1700 daar ter plaatse terug.
BeantwoordenVerwijderen